Wanneer je Kerstin verzoekt een portret te maken, zal ze eerst vragen in welke stijl je het wilt hebben. Het kan namelijk allemaal: in olieverf, met potlood en/of kleurpotlood – de ondergrond wordt gevormd door een basistekening met pigmentmarkers (W&N) –, in acrylverf of in een mixed-mediatechniek, waarbij Kerstin gebruikmaakt van zo'n beetje alle materialen waarmee zij werkt. Voor haar vrije portretten gebruikt zij bij voorkeur deze techniek; de materialen vult zij aan met papier waarop mensen potloden, stiften en krijt hebben uitgeprobeerd. Wat opvalt, is dat deze portretten meestal een mooi in olieverf uitgewerkte, realistische helft hebben en een duistere helft met vlekken, gescheurd papier en vaak felle, voor een gezicht niet-realistische kleuren. De energie die in de door anderen bewerkte papiertjes zit, gaat een interactie aan met de geschilderde voorstelling en draagt zo bij aan de uitdrukking die Kerstin de persoon of het voorwerp (bijvoorbeeld een barbiepop) heeft willen meegeven. De gedachte hierachter komt voort uit de wetenschap dat de mens mede wordt gevormd door zijn (sociale) omgeving. Mensen en veel door de mens geproduceerde voorwerpen hebben meerdere kanten, maar minimaal twee: een vriendelijke, speelse kant en een lelijke, grimmige kant. Denk bij de mens zelf aan de vele zijden van het karakter tot aan een harde tweedeling zoals beschreven in het bekende boek over Jeckyll en Hyde, en bij voorwerpen aan de emotionele waarde die er vaak aan wordt toegekend versus de nutteloosheid van het ding an sich.
Wanneer je Kerstin verzoekt een portret te maken, zal ze eerst vragen in welke stijl je het wilt hebben. Het kan namelijk allemaal: in olieverf, met potlood en/of kleurpotlood – de ondergrond wordt gevormd door een basistekening met pigmentmarkers (W&N) –, in acrylverf of in een mixed-mediatechniek, waarbij Kerstin gebruikmaakt van zo'n beetje alle materialen waarmee zij werkt. Voor haar vrije portretten gebruikt zij bij voorkeur deze techniek; de materialen vult zij aan met papier waarop mensen potloden, stiften en krijt hebben uitgeprobeerd. Wat opvalt, is dat deze portretten meestal een mooi in olieverf uitgewerkte, realistische helft hebben en een duistere helft met vlekken, gescheurd papier en vaak felle, voor een gezicht niet-realistische kleuren. De energie die in de door anderen bewerkte papiertjes zit, gaat een interactie aan met de geschilderde voorstelling en draagt zo bij aan de uitdrukking die Kerstin de persoon of het voorwerp (bijvoorbeeld een barbiepop) heeft willen meegeven. De gedachte hierachter komt voort uit de wetenschap dat de mens mede wordt gevormd door zijn (sociale) omgeving. Mensen en veel door de mens geproduceerde voorwerpen hebben meerdere kanten, maar minimaal twee: een vriendelijke, speelse kant en een lelijke, grimmige kant. Denk bij de mens zelf aan de vele zijden van het karakter tot aan een harde tweedeling zoals beschreven in het bekende boek over Jeckyll en Hyde, en bij voorwerpen aan de emotionele waarde die er vaak aan wordt toegekend versus de nutteloosheid van het ding an sich.